Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [14]Zo moet ik zaaien, maar een ander eten, en mijn [15]spruiten moeten uitgeworteld worden! 14. Hij wenst zichzelven de straf Gods toe, van welke te zien is Lev.26:16; Deut.28:30,33,38,39,40. 15. Dat is, wat ik in de aarde geplant heb.